Een lekke band, pech met de remmen of een tijdelijk controleverlies van de auto kan iedereen overkomen. Wees overal op voorbereid en lees hier hoe je moet reageren en handelen om jouw veiligheid en die van derden zeker te stellen.
2 belangrijke handelingen in alle situaties
Probeer in noodsituaties altijd zo kalm mogelijk te blijven: dit helpt je de juiste beslissingen te nemen. Streef ernaar jouw auto en de passagiers in veiligheid te brengen. Enkele basisprincipes kunnen hier een groot verschil maken.
De 2 belangrijkste handelingen om de macht over het stuur te behouden:
- gebruik het stuur alvorens te remmen,
- vermijd op hoge snelheid het plotseling draaien van het stuur.
Denk er ook aan zo snel mogelijk je waarschuwingslichten in te schakelen om andere automobilisten te waarschuwen dat je moeilijkheden ondervindt. Zodra je de auto terug onder controle hebt, doe je het gele fluohesje aan en plaats je de gevarendriehoek op een veilige en zichtbare plaats.
Lekke band: wat te doen?
Het plotseling lek raken of het klappen van een band kan jouw veiligheid op het spel zetten, zeker als je hard rijdt. In een dergelijke situatie, is het belangrijk volgende handelingen uit te voeren:
- houd het hoofd koel en trap vooral niet hard op de rem,
- houd het stuur stevig vast met beide handen om jouw auto in een rechte lijn te houden totdat het snelheid mindert,
- zodra je jouw auto weer onder controle hebt, schakel je terug om snelheid te minderen en geleidelijk tot stilstand te komen,
- kies een veilige en indien mogelijk vlakke plaats uit om de auto langs de kant te zetten.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats, trek de handrem aan, schakel een versnelling in en maak vervolgens de balans van de situatie op.
Monteer hierna het reservewiel. Nadat deze geïnstalleerd is, mag je slechts op max. 80 km/uur rijden. We raden je aan de band zo snel mogelijk te laten vervangen.
Als je met een lekke of geklapte band heeft gereden, is deze niet meer te herstellen.
Pech met de remmen: hoe reageren?
Uiteraard is het beter ervoor te zorgen dat je niet in dergelijke situatie raakt door regelmatig de staat van jouw remmen te laten controleren en de gewoonte aan te nemen ze te testen. Alvorens een steile helling af te dalen of nadat je door een plas hebt gereden, volstaat het om het rempedaal enkele malen in te drukken. Als jouw remmen toch plotseling niet meer werken, moet je absoluut onderstaande veiligheidsregels naleven.
- Blijf kalm en schakel je waarschuwingslichten in.
- Als je op minder dan 30 km/uur rijdt, kun je de handrem zachtjes aantrekken om snelheid te minderen.
- Als je harder dan 30 km/uur rijdt, moet je heel voorzichtig zijn met het gebruik van de handrem aangezien je anders de wielen kunt blokkeren en de macht over het stuur kunt verliezen. Schakel geleidelijk terug om snelheid te minderen.
- Observeer wat je in jouw rijomgeving kunt gebruiken om uw auto geleidelijk af te laten remmen: oprijden van een helling, grind,…
- Zodra je de auto weer onder controle hebt, stop je op een geschikte plaats. Parkeer de auto op de vluchtstrook of in een berm. Stel jezelf veilig op ten opzichte van het verkeer op de weg (achter de vangrail bijvoorbeeld) want de kant van de weg is uiterst gevaarlijk!
Wat doe je als je de macht over het stuur verliest?
Wanneer je rijdt, is de auto in evenwicht op 4 wielen. Dit evenwicht kan verstoord worden door sommige handeling zoals bruusk remmen of te snel optrekken in een bocht of rechte lijn.
In een rechte lijn
Hieronder wordt uitgelegd wat je moet doen als je de macht over het stuur verliest wanneer je in een rechte lijn rijdt.
- Blijf kalm en houd het stuur stevig vast met beide handen.
- Laat het gaspedaal geleidelijk aan los.
- Rem niet op bruuske wijze en gebruik vooral de handrem niet. Schakel geleidelijk terug om snelheid te minderen.
- Als de auto wegslipt, gebruik dan het stuur om het gripverlies te corrigeren en de auto recht te houden
In bochten
Wanneer een auto draait, leidt de centrifugale kracht het gewicht naar de buitenzijde van de bocht. Dit fenomeen kan leiden tot oversturing. De achterkant van het voertuig verliest grip in bochten door versleten achterbanden, bruusk remmen,…
Lees hieronder hoe je moet reageren in deze situatie.
- Raak niet in paniek, maar trap om te beginnen het koppelingspedaal in om het gewicht beter te verdelen.
- Draai de wielen in de richting die je wil nemen.
- Laat het rempedaal los en schakel terug om vaart te minderen.
- Gebruik vooral uw handrem niet.
Het plotseling versnellen in een bocht kan tevens leiden tot machtverlies over het stuur. In tegenstelling tot remmen, raken de voorwielen bij het versnellen en optrekken in bochten ontlast. Dit kan leiden tot oversturing bij een auto met achterwielaandrijving. Je kunt tevens te maken te krijgen met ondersturing als de voorzijde van het voertuig grip verliest in bochten.
Hieronder lichten we toe hoe je ondersturing kunt corrigeren.
- Blijf kalm en verdraai het stuur niet verder.
- Laat het gaspedaal los en rem zachtjes.
- Als je een voorwielaandrijving hebt (waarbij de motorkracht wordt overgebracht op de voorwielen), moet je het koppelingspedaal volledig intrappen om het gewicht op de voorwielen over te brengen.
